Eva van Florestein
Beke, van Wijk en Ferwerda onderscheiden drie problematische jeugdgroepen: hinderlijke jeugdgroepen, overlast gevende jeugdgroepen en criminele jeugdgroepen. In eerdere artikelen werden de eerste twee jeugdgroepen al besproken, vandaag gaan we dieper in op de overlast gevende jeugdgroep.
De naam van de groep zegt het al; deze groep bestaat (in ieder geval voor een deel) uit jongeren die op het criminele pad zijn geraakt, ze zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. Kenmerkend voor dergelijke groepen is dat deze meer en meer criminaliteit plegen voor het financiële gewin in plaats van voor de kick of het aanzien. Er treedt geen verschuiving in criminaliteitsvormen op, maar een verbreding. De zwaardere criminaliteitsvormen zoals handel in drugs, zwaardere geweldpleging en vermogensdelicten komen vaker voor. Overlast gevende en criminele jeugdgroepen hebben meer impact op de samenleving dan hinderlijke jeugdgroepen.
De aantallen op een rijtje
In het najaar van 2014 kent de politie in Nederland 623 problematische jeugdgroepen. Het gaat om 427 hinderlijke jeugdgroepen, 163 overlast gevende jeugdgroepen en 33 criminele jeugdgroepen. Overlast gevende en criminele jeugdgroepen komen met respectievelijk 26 en 5 procent dus minder vaak voor dan de hinderlijke jeugdgroepen. In vergelijking met 2013 daalt het aantal problematische jeugdgroepen met 18 procent. Sinds de eerste meting in 2009 is de onderlinge verhouding tussen de onderscheiden typen jeugdgroepen overigens wel steeds nagenoeg hetzelfde. Het aantal criminele jeugdgroepen neemt af van 92 naar 33. Hoe meer jeugdigen tot en met 24 jaar in een gebied wonen, hoe groter de kans dat zich in dat gebied een problematische jeugdgroep bevindt.
De politie-eenheden Midden-Nederland (8) en Oost-Nederland (7) hebben in 2014 de meeste criminele jeugdgroepen van Nederland.
Aanpak criminele jeugdgroep
Er zijn verschillende partijen die zich bezighouden met de aanpak van problematische jeugdgroepen. Om de lokale en regionale partners en professionals (zoals SAOA) bij de aanpak te faciliteren heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie de Portefeuille Integrale aanpak Kindermishandeling en Jeugdgroepen ingericht. De doelstelling van deze portefeuille is 1) het aantal criminele jeugdgroepen terugdringen en beheersbaar houden; 2) het aantal hinderlijke- en overlast gevende jeugdgroepen beheersbaar houden en nieuwe aanwas terugdringen; 3) lokale partners verbinden onder de lokale integrale aanpak.
Bij criminele groepen ligt de nadruk op de individuele aanpak. Binnen een casusoverleg worden maatwerktrajecten opgezet die zich richten op een combinatie van de inzet van hulp, zorg en strafrecht. De regie ligt vooral bij justitiële partners. Wilt u meer lezen hoe deze lokale integrale aanpak van problematische jeugdgroepen in zijn werk gaat, download dan de Baseline: de aanpak van problematische jeugdgroepen.
Als BOA is het ook goed om in gedachte te houden dat een individuele aanpak beter werkt dan een groepsaanpak. U kunt bijvoorbeeld proberen de leider uit de groep te identificeren en hem buiten de groep halen en aan te spreken op het (criminele) gedrag van de groep.