Leo Bisschop
Wat houdt informatie gestuurd handhaven (IGH) eigenlijk in voor een handhavingsorganisatie?
Informatie gestuurd handhaven (hierna: IGH) is ‘hot’. Maar er bestaan verschillende beelden over de praktische invulling ervan. Deze notitie wil een bijdrage leveren aan het verhelderen van het begrip IGH voor een gemeentelijke handhavingsorganisatie en geeft antwoord op de vragen:
- Waarom IGH?
- Wat betekent dit voor de handhavingspraktijk?
- Wat betekent dit voor de uitvoerenden, leidinggevenden, managers en beleidsmedewerkers?
- Wat levert IGH uiteindelijk op?
Waarom IGH?
Er is met IGH niets nieuws onder de zon. We handhaven altijd al op basis van informatie. Als er een melding (informatie) is over onrust in een bepaalde straat dan gaan we naar díe straat en niet naar een andere. Als er informatie is over illegale bewoning op een bepaald adres dan gaan we dáár kijken en niet ergens anders. Maar er zijn wél grote ontwikkelingen op het gebied van ICT en data-analyse. En het zou natuurlijk mooier zijn als we preventief kunnen werken. Bijvoorbeeld de onrust in die straat éérder zien aankomen waardoor we die kunnen voorkómen. Of de illegale bewoning bij de bron aan te pakken door te weten welke partijen die illegale bewoning faciliteren.
Beschikbaarheid van informatie
Vaak is de informatie die we nodig hebben ook wel beschikbaar, want handhavers hebben altijd hun ogen en oren open, maar wordt die informatie onvoldoende gedeeld met collega’s of handhavingspartners die er iets mee zouden kunnen dóen. Of die informatie wordt wél gedeeld maar zijn er hindernissen waardoor die informatie niet op de beste bestemming komt.
Als we er in slagen om méér informatie te verzamelen en te delen en de tijd en middelen hebben om die informatie goed te bekijken dan krijgen we meer inzicht in wáár en wannéér zich problemen zouden kunnen (gaan) voordoen. Dan kunnen we de beschikbare handhavingscapaciteit effectiever inzetten en met meer plezier mooie resultaten boeken. Waarnemingen op straat worden dan in een groter perspectief geplaatst en kunnen zo het beleid en strategieën beïnvloeden.
De gedachte bij IGH is dat we hierdoor de veiligheid en leefbaarheid in een gebied kunnen vergroten.
IGH is dus bedoeld om, naast de reactieve aanpak van overtredingen, de handhaving efficiënter, effectiever en preventiever te maken. Dit doen we door het tijdig oppikken van informatie en die informatie te delen met collega’s waardoor we samen een beter resultaat kunnen behalen dan wanneer we dit niet doen.
Wat betekent dit voor de handhavingspraktijk?
IGH gaat dus vooral om het verzamelen en delen van informatie om er vervolgens ook iets mee te dóen.
Verzamelen van informatie
Bij overheden en meer specifiek bij gemeenten wordt op tal van plekken informatie verzameld en beheerd. Voor IGH is het van belang dat de ‘bezitter’ van die informatie het belang van die informatie voor andere handhavingscollega’s herkent. Vervolgens kan die informatie worden ontsloten en gecombineerd met andere informatie.
Surveillance op straat is, naast de vele andere mogelijkheden, een middel om informatie te verzamelen. Vaak wordt op straat vooral toegezien op het naleven van regels binnen een specifiek aandachtsveld. Dat geeft natuurlijk informatie over aard en aantallen overtredingen, maar wat IGH in dit geval van de surveillant vraagt is een bredere kijk op de gebeurtenissen op straat waardoor ook informatie wordt verzameld buiten het directe aandachtsgebied. Dat kan door letterlijk breder waarnemen, maar ook door het aanknopen van een praatje met het doel de oorzaken of beweegredenen van het overtredingsgedrag te achterhalen. Of door te achterhalen waarom anderen de regels wél naleven of zelfs voorbeeldig gedrag vertonen.
De uitdaging is om uit de enorme hoeveelheid informatie die dagelijks kan worden opgenomen dié informatie te vissen die interessant is voor preventie of het handhavingsproces. En die informatie door te spelen naar de juiste plek in de organisatie of naar de handhavingspartners. Die informatie kan dan worden gebruikt bij het evalueren van bestaand beleid of het bedenken van nieuwe handhaving strategieën die méér bijdragen aan de beoogde naleving en minder handhavingscapaciteit vergen.
Lees meer over onze speciale workshop ‘IGH 2.0
Delen van informatie
Overal wordt door handhavers informatie gedeeld. Onderling en informeel maar ook via de (de)briefings en verschillende rapportages. Op die manier worden de directe collega’s geïnformeerd. En via overlegstructuren wordt informatie ook gedeeld met andere organisatie onderdelen of met handhavingspartners buiten de eigen organisatie. Daarbij doen zich (minstens) drie problemen voor.
- De hoeveelheid mogelijk te verzamelen informatie is vrijwel oneindig er moet dus gericht gewerkt worden bij het verzamelen.
- De bezitter van de informatie zal niet altijd kunnen weten dat die info voor een ander van belang is.
- De weg die de informatie moet afleggen om op de bestemde plaats te komen is vaak lang en vol hindernissen.
IGH probeert deze problemen op te lossen door vraag en aanbod van informatie in beeld te krijgen en die informatie makkelijker en beter toegankelijk te maken. Zo kunnen zoekopdrachten gericht worden uitgezet en kunnen we beter gebruik maken van bestaande informatie. Omdat de hoeveelheid informatie enorm groot is wordt gebruik gemaakt van ICT hulpmiddelen die het vullen en bevragen van databases mogelijk moet maken.
Vanwege het toenemend belang van informatieoverdracht zal niet alleen de rol van de handhaver op straat veranderen maar ook die van coördinatoren, leidinggevenden, managers en beleidsmakers.
Om IGH succesvol te kunnen integreren in het dagelijkse werk zullen er in alle functies accentverschuivingen zijn:
- Beleidsmakers zullen concreet zijn in hun informatieverzoeken en terugkoppelen of de verzamelde
informatie waardevol was. - Managers zullen meer faciliterend zijn en drempels wegnemen die zich bij het verzamelen en ontsluiten van informatie voordoen.
- Leidinggevenden en coördinatoren zorgen voor duidelijke taakopdrachten, zowel voor het gericht informatie verzamelen alsook voor het handhaven op basis van eerder verworven informatie. Zij worden daarbij ondersteund door informatieanalisten.
- Handhavers zullen, naast het alert reageren op overtredingen, een dynamische rol vervullen bij het verzamelen en aanreiken van informatie. Zij zijn dan letterlijk de oren en ogen van het bestuur geworden. Zij ‘halen’ de informatie die middels taakopdrachten wordt gevraagd en brengen op eigen initiatief informatie ‘naar binnen’ die van belang lijkt.
Wat levert IGH op?
Het is niet mogelijk alle verwachte resultaten hier op te sommen maar belangrijk en relevant zijn onder andere:
- Doordat prioritering, handhavingstrategieën en preventiestrategieën vaker worden ontwikkeld op basis van actuele en betrouwbare informatie zullen deze strategieën (nog) meer bijdragen aan een veilige en leefbare leefomgeving.
- Met name doelgroepenbeleid zal door IGH verder kunnen worden ontwikkeld (zie ook onderstaand voorbeeld).
- Het informatieve contact met burgers en het (zichtbaar) voorkómen van ongewenste situaties zorgt voor meer waardering voor handhaving.
- De handhavingscapaciteit kan effectiever en doelgerichter worden ingezet waardoor financiële middelen beter worden benut en werkdruk wordt verminderd.
Voorbeeld ontwikkeling doelgroepenbeleid door IGH[1]
In onderstaande afbeelding wordt een beeld geschetst van een bepaalde populatie mensen. In deze afbeelding vertoont 2,5% van deze mensen een sterk afwijkend naleefgedrag (zij overtreden structureel of stelselmatig op een bepaald thema). In plaats van de handhavingsinspanning op alle mensen te richten is het effectiever om méér te weten van die 2,5% overtreders. Door hierover informatie te verzamelen kunnen mogelijk preventieve instrumenten worden ingezet, zoals voorlichting of een beloningssysteem. Maar zeker kan de handhaving hierdoor doelgerichter plaatsvinden!
[1] Dat het verloop van de van de Gausskromme niet helemaal uit de lucht is gegrepen laat een recent onderzoek zien dat in opdracht van de gemeente Amsterdam is uitgevoerd naar het gedrag van Amsterdamse fietsers. In dat onderzoek is gekeken naar de correlatie tussen het ontwerp van een aantal verkeerskruisingen en het gedrag van fietsers waarbij de fietsers zijn ingedeeld in drie groepen: conformisten, adaptieven en roekelozen. De uitkomst van het onderzoek was de volgende verdeling: conformisten 87%, adaptieven 7% en roekelozen 6%. Het heersende beeld dat het merendeel van de Amsterdamse fietsers zich niet aan de regels houdt blijkt in de praktijk niet te kloppen. Het is evident dat dit soort onderzoek nuttig is voor handhavers. Er kan met dit beeld een gerichte interventie op de doelgroep van roekelozen plaatsvinden. Als verder onderzocht is voor welke prikkels deze overtreders gevoelig zijn kan met de geëigende bejegenings- en interventiestrategie worden opgetreden.