Eva van Florestein
In een vorig artikel werd een introductie gegeven over problematische jeugdgroepen. Beke, van Wijk en Ferwerda onderscheiden drie problematische jeugdgroepen: hinderlijke jeugdgroepen, overlast gevende jeugdgroepen en criminele jeugdgroepen. Vandaag gaan we dieper in op de eerste groep: de hinderlijke jeugdgroep.
Deze groep houdt zich voornamelijk bezig met het bewust of onbewust veroorzaken van hinder en overlast voor hun omgeving. Soms loopt het uit de hand en zijn er kleine opstootjes, maar die zijn doorgaans snel in de kiem gesmoord en vaak ook meer toeval dan gepland. Ook maakt de groep zich incidenteel schuldig aan kleine vernielingen. Slechts een beperkt aantal jongeren maakt zich soms schuldig aan (veelal lichte) gewelds- en verkeersdelicten.
Rapport ‘Problematische Jeugdgroepen in Nederland’
Alle politie-eenheden maken periodieke inventarisaties van het aantal problematische jeugdgroepen met behulp van een shortlist, op basis hiervan is het rapport ‘Problematische Jeugdgroepen in Nederland’ geschreven. In het najaar van 2014 kent de politie in Nederland 623 problematische jeugdgroepen. Het gaat om 427 hinderlijke jeugdgroepen, 163 overlast gevende jeugdgroepen en 33 criminele jeugdgroepen. Verhoudingsgewijs gaat het dus voornamelijk (69%) om hinderlijke jeugdgroepen – de lichtste categorie – die in het publieke domein voor overlast zorgen. In vergelijking met 2013 daalt het aantal problematische jeugdgroepen met 18 procent. Het aantal hinderlijke jeugdgroepen daalt tussen 2009 en 2014 van 1.341 naar 427.
In 2014 blijkt dat het aantal hinderlijke jeugdgroepen sterk verschilt tussen de eenheden, zo zijn er in de eenheid Amsterdam slechts 12 hinderlijke jeugdgroepen en in de eenheid Oost-Nederland 107.
Betrokken partijen
Gemeenten spelen een grote rol om de hinderlijke jeugdroepen aan te pakken. Daarnaast zijn er veel andere partijen die zich bezighouden met de aanpak van overlast zoals Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA). Zij pakken sinds 2006 de overlast van jeugdgroepen en jongeren op twee verschillende manieren aan. Allereerst door aanwezigheid op straat en ten tweede door het bezoeken van gezinnen. Als er bij SAOA overlast wordt gemeld, wordt er direct een Straatcoach ingeschakeld. De Straatcoach weet wat er speelt op straat en spreekt de jongeren aan op hun gedrag en op de overlast die ze veroorzaken. Als het nodig is wordt een bezoek gebracht aan de gezinnen van de jongeren die overlast veroorzaken. Een interventiemedewerker van SAOA gaat langs en wijst de ouders op de verantwoordelijkheid die ze hebben voor het gedrag van hun kinderen.
Bij de aanpak van hinderlijke groepen ligt de nadruk op de groeps- en domeingerichte aanpak. De regie ligt primair bij de gemeente en gemeentelijke organisaties zoals het jongerenwerk. Over het algemeen zijn de hinderlijke jeugdgroepen nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ en aanspreekbaar op hun gedrag. De hinderlijke jeugdgroepen zijn om deze redenen waarschijnlijk een goede doelgroep voor de Straatcoach-aanpak. Daarnaast zal de autoriteit van de BOA goed ingezet kunnen worden om de jongeren aan te spreken op hun (hinderlijke) gedrag.
In het volgende artikel zal verder ingegaan worden op de werkwijze van de shortlist en wordt de overlast gevende jeugdgroep besproken, dus houd de site in de gaten.