Eva van Florestein
Overlast gevende jeugdgroep: aanpak?
In een eerder artikel werd een introductie over problematische jeugdgroepen gegeven. Beke, van Wijk en Ferwerda onderscheiden drie problematische jeugdgroepen: hinderlijke jeugdgroepen, overlast gevende jeugdgroepen en criminele jeugdgroepen. Vandaag gaan we dieper in op de overlast gevende jeugdgroep.
De overlast gevende jeugdgroep
Deze groep is iets nadrukkelijker aanwezig in het straatbeeld dan de hinderlijke jeugdgroep. De groep kan af en toe provocerend optreden, valt omstanders lastig, vernielt regelmatig allerlei zaken en houdt veel minder rekening met anderen. Dit uit zich bijvoorbeeld in het uitschelden of intimideren van mensen, geweldsgebruik wordt ook niet geschuwd en de groepsleden zijn minder goed te corrigeren. Ook de lichtere vormen van criminaliteit waar de groep zich schuldig aan maakt, worden doelbewuster gepleegd en de groepsleden zijn meer bezig om te zorgen dat ze niet gepakt worden. De confrontaties met het openbaar gezag zijn vergaande en de hoeveelheid geweld dat gebruikt wordt neemt toe. Overlast gevende en criminele jeugdgroepen hebben meer impact op de samenleving dan hinderlijke jeugdgroepen.
Rapport ‘Problematische Jeugdgroepen in Nederland’
Alle politie-eenheden maken periodieke inventarisaties van het aantal problematische jeugdgroepen met behulp van een shortlist, op basis hiervan is het rapport ‘Problematische Jeugdgroepen in Nederland’ geschreven. Deze shortlist is een vragenlijst die door de wijkagent ingevuld wordt. Onderwerpen die aan de orde komen zijn locaties waar de groepen zich ophouden, de samenstelling en structuur van de groepen, dagelijkse bezigheden, riskante gewoonten en het recente delictgedrag. In 2016 is men van de shortlist overgestapt op de Groepsscan-methode. De groepsscan gaat, net als bij de shortlist, uit van de input van de wijkagent. Daarnaast koppelt de groepsscan er informatie aan vast over de personen in die groep. Hierbij maakt de politie de Groepsscan op basis van ‘harde informatie’ uit de eigen systemen en combineert dit met ‘zachte informatie’ van de wijkagent.
Cijfers uit het rapport
In het najaar van 2014 kent de politie in Nederland 623 problematische jeugdgroepen. Het gaat om 427 hinderlijke jeugdgroepen, 163 overlast gevende jeugdgroepen en 33 criminele jeugdgroepen. Overlast gevende en criminele jeugdgroepen komen met respectievelijk 26 en 5 procent dus minder vaak voor dan de hinderlijke jeugdgroepen. In vergelijking met 2013 daalt het aantal problematische jeugdgroepen met 18 procent. Het aantal overlast gevende jeugdgroepen neemt met ongeveer de helft af (van 327 naar 163). De meeste overlast gevende jeugdgroepen zijn in 2014 geregistreerd in de eenheid Den Haag, namelijk 33 groepen. Ook in Oost-Nederland zijn veel overlast gevende jeugdgroepen.
De aanpak van overlast gevende groepen vraagt om een mix van groeps- en domeingerichte aanpak en de individuele aanpak. Daarnaast ligt hier de nadruk op samenwerking (‘fine-tuning’) onder regie van de gemeente.
In het volgende artikel zal de laatste en meest zware groep – de criminele jeugdgroep – worden besproken.